Specificaties Injectieprincipe. Gesplitste lus in de lijn. Monstercapaciteit. Afhankelijk van de monsterdrager; Drager met:. 3 Anale. /Cilindersegmenten = 117 injectieflacons met 1, 8 ml + 3 met 4 ml, 3 anaal. /Conische segmenten = 117 injectieflacons met 1, 1 ml + 3 met 4 ml 3 minisegmenten = 192 injectieflacons met 1, 2 ml + 3 met 4 ml 3 minisegmenten/Beckmann = 192 injectieflacons met 0, 25 ml + 3 met 4 ml 3 semiprep. Segmenten = 63 injectieflacons van 4 ml + 3 van 4 ml 3 Eppendorf-segmenten = 66 injectieflacons van 2,0 ml + 3 van 4 ml 3 Eppendorf/conische segmenten = 66 injectieflacons van 1,5 ml + 3 van 4 ml 3 Eppendorf/conische segmenten = 66 injectieflacons met 0,5 ml + 3 met 4 ml. Afhankelijk van het segmenttype:. Type 01 (analytisch/cilindrisch): 1. 8 ml injectieflacons, cilindrisch, met krimpdop. Type 01 (analytisch/conisch):. 1. 1 ml injectieflacons, conisch, met krimpdop. Type 02 (Mini): 1. 2 ml injectieflacons, cilindrisch, met krimpdop. Type 03 (Semiprep): 4 ml injectieflacons, cilindrisch, met schroefdop. Alle bovengenoemde injectieflacons zijn voorzien van siliconen/PTFE-septa. Type 02 (Mini/Beckmann): Beckmann-miniflacons van 0,25 ml. (Beckmann onderdeelnr. 652823). Type 04 (Eppendorf): 2. Eppendorf-flacons van 0 ml. (Eppendorf onderdeelnr. 0030 120. 094). Type 04 (Eppendorf/Konisch):. 1. Eppendorf-flacons van 5 ml, conisch. (Eppendorf onderdeelnr. 0030 120. 086). Type 04 (Eppendorf/Konisch):. 0,5 ml Eppendorf-flacons, conisch. (Eppendorf onderdeelnr. 0030 121. 023). Injectievolume. ASI-100/ASI-100T: 1 – 250 µl in stappen van 0,1 µl. ASI-100P/ASI-100PT: 10 – 2500 µl in stappen van 1 µl. Overdragen. <0,1%. Lineariteit. RSD <0, 5%. Spoelhoeveelheid. Nee. Monsterverlies/injectie. Nee. Minimaal monstervolume. 5 µl (ASI-100/ASI-100T). Reproduceerbaarheid. Specifieke RSD < 0,3% bij 5 µl (spuit van 250 µl). Typische RSD < 0,2% voor een injectiespuit van 5 µl en 250 µl). Typische RSD < 1,0% voor een spuit van 1 µl van 250 µl). Specifieke RSD < 0,3% bij 100 µl (spuit van 2500 µl). Herhaal injecties. Maximaal 9 per injectieflacon. Balie. Voor een beschrijving van de verschillende meters die informatie geven. over de status van de autowinder. Methodeparameters. Voor een gedetailleerde beschrijving van de methodeparameters. Beveiligingsfuncties. Overloop-/lekkagesensor, automatische segmentdetectie (indien geactiveerd), tafeldetectie/handmatige interventiebewaking (indien geactiveerd), automatische injectieflacondetectie (dwz monitoring bij afwezigheid van een injectieflacon op de opgegeven positie), elektronische naaldbescherming, alle mechanische bedieningen intern bewaakt (injectieventiel, spuit, etc.). Deze gereviseerde Dionex ASI 100 automatische monsterinjector verkeert in uitstekende staat en Labprocure is verantwoordelijk voor dit apparaat.